Woekeraars
31 augustus 2022
We zijn in het voedselbos enorm fan van planten. Hoe meer, hoe beter. Nou ja, er zijn uitzonderingen. Invasieve planten, die zo sterk groeien dat ze andere planten dreigen te verdringen, zijn we liever kwijt dan rijk. Vaak zijn dit planten die hier niet vandaan komen, maar het zo naar hun zin hebben op een bepaalde plek, ongehinderd door de natuurlijke vijanden uit hun thuisland, dat ze de boel overnemen. Daarbij verdwijnen inheemse planten, insecten en andere dieren die daarvan afhankelijk zijn.

Een bekend voorbeeld is de Japanse duizendknoop (Fallopia japonica). Die is aan de rand van onze percelen, aan de beekoever, in grote aantallen te vinden. Hierboven zie je 'm in bloei, op de Duitse oever. De Japanse duizendknoop is twee eeuwen geleden als sierplant uit Japan naar Nederland gebracht, en heeft zich langzaam over het hele land verspreid. Vooral op verstoorde gronden legt de lokale flora het vaak af tegen deze ijzersterke groeier. In stedelijk gebied bedreigt hij met zijn woekerend wortelstelsel ondergrondse kabels, bestrating en funderingen van huizen. Eén klein stukje wortel groeit in een mum van tijd uit tot een nieuwe plant. Bestrijding is bijna niet te doen: uitgraven lijkt vooral tot hernieuwde groei te leiden. Er zijn gemengde ervaringen met wroetende varkens, die de plant rauw zouden lusten. De laatste ontwikkelingen zijn ondergrondse bevriezing, en het uitzetten van een uit Japan afkomstige bladvlo.
Het Waterschap begint binnenkort aan de herinrichting van de beek; reden om extra alert op te zijn dat er geen plantmateriaal over ons land verspreid raakt. In de tussentijd luidt het motto: "If you can't beat it, eat it". In de lente zijn er volop scheuten te plukken, die smaken naar rabarber en ook zo verwerkt kunnen worden.
Nog een beruchte invasieve exoot is de Reuzenbereklauw (Heracleum mantegazzianum), een enorme plant uit Siberië die wel drie meter hoog kan worden. Niet te verwarren met de veel kleinere inheemse berenklauw (Heracleum sphondylium), die we graag zien in ons voedselbos om z'n smakelijke stengels en aromatische zaden.
De reuzenberenklauw groeit graag op verstoorde gronden en slootkanten. Ook bij ons staat hij in groten getale langs de watergangen, waar hij andere begroeiing verdringt. Nog een reden om er vanaf te willen is dat deze plant brandwonden kan veroorzaken bij aanraking. De zaden blijven tot zeven jaar kiemkrachtig. We proberen 'm weg te krijgen door drie of vier keer per jaar te maaien en de bloemen weg te halen. Maud is daar alvast mee begonnen. De reuzenbereklauw kan niet tegen schaduw, dus als het bos eenmaal staat blijft hij hopelijk weg.
Dan is er de Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina). Niet zo'n beproeving als de vorige twee, maar toch zien we 'm liever gaan, zodat andere planten en dieren meer kans krijgen. Doe je niks, dan heb je zo een bos vol: Vogels zijn dol op de besjes, en verspreiden zo het zaad over grote afstanden. In plaats van dit boompje planten we straks de inheemse vogelkers (Prunus padus) en andere planten uit de Prunusfamilie (Prunus), waar ook de kers, de abrikoos en de amandel bij horen.
Nog een plant waar we de handen vol aan hebben is de braam (Rubus fruticosus). Overal waar de slingerende takken de grond raken wortelt deze inheemse woekeraar. Bramen maken het door hun scherpe stekels lastig om in het bos te werken, en overwoekeren andere planten in de onderbegroeiing. Er zijn in Nederland wel 190 braamsoorten geteld; veel daarvan doen het goed op stikstofrijke plekken en verzuurde bodems, zoals aan de rand van landbouwpercelen. Op ons land werd hij in toom gehouden door het maaien van de weilanden. Nu we daarmee zijn gestopt rukt de braam vanuit de randen op. We hebben al heel wat uren besteed aan het uittrekken om verdere verspreiding te voorkomen. De hop helpt hier en daar een handje: deze klimmer overwoekert soms de woekeraar.
In de randen mag de braam blijven. Met zijn stekels en smakelijke vruchtjes biedt hij een ideale plek aan vogels, en ook de insecten doen zich er tegoed aan. In de nazomer doen wij dat ook. Ze smaken verrukkelijk!